POLEN

Print paginaVerhoog fontVerkleinen font

en ‘Bayonners’

Op 4 juni 1917 keurt president Raymond Poincaré de oprichting van een Pools leger op Frans grondgebied goed. Aan het einde van de oorlog staan 30.000 mannen onder het bevel van generaal Jozef Haller: naar Amerika geëmigreerde Polen, krijgsgevangenen, deserteurs uit vijandelijke legers, weinig van deze Polen woonden vóór 1914 in Frankrijk. Voor de tijd van dit ‘blauwe leger’, vanaf 1914-1915, had een groepje Poolse vrijwilligers zich al aangesloten bij het Vreemdelingenlegioen. Deze mannen stapten de geschiedenis in onder de naam ‘de Bayonners’.

“Als de minister van oorlog op 21 augustus 1914 buitenlanders toestemming geeft om het Franse leger in te gaan, begeven enkele honderden Polen zich zonder aarzelen naar de dienstkantoren.” vertelt Robert Wabinski* die in 2014 een werk over deze ‘Bajonczycy’ (Pools voor Bayonners) uit wenst te geven. De eerste vrijwilligers – vijfhonderd uit Parijs, evenveel uit Toulouse, driehonderd uit Abbeville en Douai (studenten, mijnwerkers, arbeiders, aristocraten) – beantwoorden aan de oproep die door diverse kringen, verenigingen en patriottische bonden als ‘Sokol’ en ‘Strzelec’ verspreid wordt, in de hoop hun tussen de Duitse, Oostenrijkse en Russische rijken opgedeelde ‘Vaderland’ te zien herrijzen. Wabinski voegt hieraan toe: “De Franse regering moest terdege rekening houden met de gevoeligheid van de geallieerde Russen, die het ontstaan van een Pools leger in Frankrijk met lede ogen toezagen. De vrijwilligers werden ingedeeld in de infanterie van het Vreemdelingenlegioen”. (Download de pdf om meer te lezen)